2012-06-24
Fil 2:2
2013-05-18
We lazen Fil 2:1-4 en 2:12-18.
Zijn wij een eensgezinde gemeente? Paulus stelt die vraag aan Filippi. Het is op zich niet eens een pure zwart-wit vraag. Paulus is namelijk erg tevreden over de gemeente en vind ook dat er veel liefde is. Maar, vers 2, er zijn ook verschillen.
Vermanen hebben we als Nederlanders een hekel aan. Vermaning kan echter ook een hand op de schouder zijn. Die betekenis moet er ook altijd inzitten als je vermaant: de ander verder helpen.
Paulus leidt zijn vermaning in door een heleboel goede eigenschappen te noemen en daarmee te appelleren aan een bereidschap om te luisteren. Hij biedt een open weg.
“Maak mij gelukkig door eensgezind te zijn”. Niet alleen van gevoel en houding, maar ook de neuzen in dezelfde richting voor dezelfde zaak: Christus verkondigen binnen en buiten de kerk.
Hiervoor moet ons hart ook kloppen. Als kerk. Of we nou aan de linker of rechterflank of in het midden van de kerk zitten.
Paulus gebruik opeens negatieve termen. Daardoor kan je eensgezindheid niet voor kennisgeving aannemen. Nu staat het opeens tegenover eigenwaan. Geldingsdrang. Eigen belang. Stel daar tegenover het belang van de ander en acht de ander belangrijker dan jezelf. Oeps, nu komt het dichtbij.
(Je hoeft je eigen belang trouwens niet 100% aan de kant te schuiven; dàt zegt Paulus niet!)
Als eerste voorbeeld: Jezus zelf. Dat gaat best ver. Als tweede voorbeeld Paulus zelf: die heeft zichzelf ook veel weggecijferd. Als derde Timotheus en Epafrodites, twee van zijn helpers.
“Laat deze gezindheid in mij heersen, vul mij met uw Heilige Geest.”
My name is Reinout van Rees and I program in Python, I live in the Netherlands, I cycle recumbent bikes and I have a model railway.