Donderdag (20 januari) heb ik het eerste congres van de nieuwbouw bezocht. Er waren 150 jonge mensen uit de bouw; ik kreeg het idee dat het voornamelijk HBO/universiteits-niveau was. Wat "de nieuwbouw" is wordt verderop wel duidelijk.
Het doel van de dag was om iets nieuws mee te nemen, daarom gaf de dagvoorzitster (Babette Leertouwer, PRC) de tip om vooral niet bevestiging te zoeken voor je eigen ideeën, maar om open te staan voor nieuwe dingen. Hans van Rossum - De nieuwbouw
Hans is de voorzitter van de nieuwbouw en had de dag voor het congres een presentatie voor de Regieraad ("de grijze hoofden") gehouden, waarin hij zei dat "de Nieuwbouw zorgt dat het doel van de Regieraad gehaald wordt". Beetje provocerend, in de trend van "de Regieraad denkt rustig en netjes na, wij gaan echt wat doen". A/h eind van de vergadering zei de Regieraad dat de Nieuwbouw een cruciale factor is in de vernieuwing van de bouw.
Hans deed duidelijk z'n best om enthousiasmerend te zijn en legde uit waar de Nieuwbouw voor staat. Het is opinievormend: kom met opinies, de Nieuwbouw biedt een platform om ze te uiten. Projecten bieden de kans om van opinie tot concrete actie te komen. Verder organiseert de Nieuwbouw trefpuntbijeenkomsten zoals dit congres.
Filosofie is om belangeloos te zijn: iedereen neemt deel op persoonlijke titel, men vertegenwoordigd dus geen bedrijf. Ook sectorbreed: alles bij elkaar. En vraaggestuurd: bottom-up, niet bijvoorbeeld kreten zoals "we hebben meer ICT nodig" in het algemeen rondslingeren.
Een vraag uit de zaal naar de aanwezigheid van enkele "grijze koppen" op het congres werd door een grijze kop beantwoord met "we sponsoren dit, want we willen het stimuleren".
Vergeleken met Hans, de vorige spreker, was dit een afkoelend praatje. Het thema van het congres was "De Cock en de moord op het vertrouwen", daar haakte Mark bij aan. Wie heeft de moord gepleegd? De politiek? De bouwsector? De gevestigde orde?
Aanleiding voor de moord is de angst voor innovatie en vernieuwing. Achteraf gezien is iets nieuws vaak logisch, maar als je het voor het eerst tegenkomt is het onverwacht. Je krijgt bij innovatie ook een probleem met de berichtgeving. Goed nieuws is geen nieuws, dus de aandacht van de media gaat naar de 5% incidenten; het is lastig om bij innovatie de geslaagde 95% belicht te krijgen...
Innovatie. We zijn nu de Homo Zappens met erg weinig geduld om op de positieve effecten van een innovatie te wachten. Waarbij ook al niet ver in de toekomst wordt gekeken: het toekennen van subsidies gebeurt bijvoorbeeld vooral op basis van past performance.
Dictatuur van het jubeljargon ("transparantie", "open communicatie"). Mooie kretologie, maar je laat de moeilijke afwegingen die erachter liggen weg. En je krijgt alsnog confrontatie bij concretisering van het jubeljargon. "Waren we vroeger niet professioneel dan?" "Wegspoelen van kennis!"
Voor Mark was het mechanisme van de moord het loopje van "problemen van alledag" naar "mooi papieren oplossingsmodel" naar "onbedoelde en ongewenste effecten" naar "gemopper" en terug naar "problemen van alledag". En zo door en zo door. Steeds weer verniewing. Steeds weer vernieuwing. Het steeds weer vernieuwen pleegt de moord. De Nieuwbouw pleegt dus de moord op het vertrouwen (of dat risico bestaat).
Waarom? Innovatie, verantwoordelijkheid en vertrouwen horen bij elkaar. Als innovatie met verantwoordelijkheid gekoppeld wordt, dan blijft vertrouwen ook bewaard. Hoe moord op vertrouwen te voorkomen en toch te innoveren?
Persoonlijke opmerking: voor mij was dit een punt waarin het zich uitbetaalde om open te staan voor nieuwe dingen. In m'n (a.i.o.) onderzoek ben ik toch bezig met vernieuwende dingen die potentieel veranderende invloed op de bouw kunnen hebben. Dit praatje stimuleert me om minder te schoppen tegen de bestaande praktijk, maar om er duidelijker bij aan te sluiten. Niet dat ik nu stukken proefschrift moet herschrijven, maar de herinnering was nuttig!
Vraag uit de zaal: "Als vernieuwing het vertrouwen vermoord, houdt dat innovatie dan niet tegen? Hoe kan je dan nog innoveren?"
Mark antwoordde dat je moorden krijgt als je alleen verandering wilt. Je moet de vermoorde onschuld voorbij zijn en verantwoordelijkheid nemen/hebben. Wat nodig is voor innovatie is dat innovatie gekoppeld wordt met vasthoudendheid en volharding om de vernieuwing aan te laten sluiten aan de bestaande bouw.
In antwoord op een andere vraag: Mark ziet weinig verschil in innovatie(wens) tussen overheid, bedrijfsleven en ingenieursbureau's.
Heerlijk praatje vanuit een psychologisch oogpunt, ik heb in ieder geval genoten. Twee filmpjes die hij wilde laten zien werden door powerpoint danwel de laptop danwel de beamer opgegeten, dus hij moest vertellen wat het resultaat van het vertonen was geweest. In het eerste filmpje gebeurde iets onverwachts: gemiddeld ziet 50% het. Tel hoe vaak het witte team de bal overgooit en overstuiterd. Opletten, want je mist snel wat! (link naar filmpje) In het tweede filmpje zit een hele geleidelijke verandering: slechts ongeveer 5% ziet het.
Dus: we handelen naar beste eer en geweten, maar de absolute waarheid weten of zien we niet. Laat een schaker en een niet-schaker allebei naar een stelling op een schaakbord kijken en er daarna met elkaar over praten....
Communicatie bestaat uit twee dingen: de boodschap overbrengen en de boodschap verinnerlijken. Als je langs elkaar heenpraat, grijpt de machtigste de macht:
De menselijke behoefte bestaat ten eerste uit je natje en je droogje, ten tweede uit eigenwaarde. (Paul is het niet eens met economen die zeggen dat de mens economisch handelt: je vernielt soms liever dingen dan dat een ander ze heeft, bijvoorbeeld). Pas bij innovatie dus op voor de behoefte aan eigenwaarde van mensen.
Nog een complicerende factor: de mens is evolutionair er op ingesteld om zich op veranderingen te richten. Als holbewoner bij een meer staande valt de plotselinge rimpeling op; de rest van het meer zie je gewoon niet meer. De rimpeling kan een lekker visje voor je buik zijn of de aankondiging van op jou gerichte snack-neigingen van een krokodil. Je weet het niet, dus meestal ben je voorzichtig.
Trek dit door naar veranderingen. Langzame evoluties doen ons niets (zie tweede filmpje); revoluties doen ons veel. Dingen langzamerhand anders doen is OK; dingen nieuw doen, daarbij hebben we een begrijpelijke terughoudendheid.
Voor revoluties heb je een paradigm shift nodig, zoals bijvoorbeeld in de Verlichting, o.a. Newton met z'n wetenschappelijke houding van voorspelbaarheid/uitrekenbaarheid. Tegenwoordig heb je bijvoorbeeld Heisenberg met zijn onzekerheidsprincipe die daar tegen ingaat.
Revoluties gepland? Onderschat toeval niet, De uitvinding van penicilline is te danken aan een fout van een lab-assistent en het feit dat de proefdier-cavia's "op" waren.
Cruciaal bij veranderingen is het om medestanders te zoeken. Cruciaal is niet het hebben van gelijk, maar het krijgen van gelijk. Columbus zag een oplossing en hing aan bij de macht van zijn tijd. Hij zocht en kreeg een alliantie (in plaats van een rol als dorpsgek). Aansluiten bij het bestaande en ont-dekken. Overtollige steen weghalen: als ingenieurs is het soms moeilijk om met toeval om te gaan, kunstenaars hebben dat veel minder. "Het beeld zit al in de steen, ik hoef alleen de overtollige stukken steen weg te halen".
(Ah, eindelijk iemand die goed op het internet te vinden is).
Zijn hoofdidee: je kan wat met prikkels.
Financiële prikkels. Bijvoorbeeld beloning afhankelijk van prestatie. Langzamerhand komen er steeds meer variabele beloningen in de arbeidsmarkt. In de bouw heb je het ook. Boete als iets te laat af is of vergoeding afhankelijk van opleverdatum. Echt geavanceerd: aandelen in joint-ventures.
Wout's stelling: er zal veel meer variabilisering plaatsvinden van de beloning in bouwprojecten. (Variabilisering = parallel trekken van belangen).
Je hebt veel mogelijkheden voor het vertalen van beleidsdoelstellingen in financiële prikkels. Overheden moeten beleidsdoelstellingen beter benoemen en koppelen aan helder meetbare performance doelstellingen.
Er is een trend naar steeds complexer contractvormen, met steeds meer prikkels. Hoe complexer het project zelf, hoe aantrekkelijker een complex contract is.
Je kan creativiteit genereren: je maakt innovatieve oplossingen aantrekkelijk. Met prikkels, dus.
Vraag: "hoe stel je de variatie vast? Wat is het verschil tussen 96% beschikbaarheid van infrastructuur en 97%?"
Wout antwoordde dat je begint met het uitrekenen van het effect van dat verschil. Fileschade, economische schade, enz. Als tweede moet je oppassen voor het verschil tussen tickle-kill-hurt, oftewel, je moet bepalen wat het effect van de beloning is. Als een opdrachtgever alleen gekieteld wordt houdt hij er geen rekening mee. Is het een draconische maatregel dan boeit het ook niet: dood is dood, dus een beetje doder kan dan ook geen kwaad meer. Een negatieve prikkel moet pijn doen, maar niet doden. Voor een kind is het inleveren van een jaar zakgeld hetzelfde als een boete van 4 miljoen euro...
Paul Spierings: een prikkel kan een eigen leven gaan leiden, pas daarvoor op. In de USSR was een graanoogst geslaagd als het USSR-bureau-voor-de-graanoogst zei dat 'ie geslaagd was.
Vraag: "innovatie zit in mensen, niet in prikkelsystemen".
Reactie iemand anders: "je wordt er heel calculerend van". (Mijn gedachte: dat is deels de bedoeling, maar het levert alleen het goede resultaat als de prikkel goed is vormgegeven: de calculatie moet naar het goede optimum gaan.)
Wout antwoordde dat je het ook moet relativeren: denk aan Enron.
Wout's mening is dat er in de bouw een Delfts denkmodel is: binaire oplossingen. Het is OF goed OF fout. Zijn toevoeging als econoom is om het vloeiend te maken in plaats van binair.
Ik geloof dat ik heel weinig televisie kijk, of in ieder geval erg gericht, want ik herkende niet naar welk televisieprogramma dit onderdeel was gemodelleerd. Ik kijk alleen het acht uur journaal en af en toe wat op discovery: daar zat het niet bij :-)
Het was leuk gedaan en leverde aantrekkelijke discussie op, maar ik kreeg het idee dat de organisatie er teveel moeite in had gestopt: de rest van het programma draaide keurig op tijd, maar dit stuk liep opeens ruim een half uur uit. Hier mocht alles voor wijken. Op zich leuk, maar ik had graag nog iemand bij de borrel gesproken (wat nu moest wijken voor een trein terug naar moeders de vrouw en de kinderen). Het spreekt voor de organisatie van dit congres dat dit het enige minpuntje was :-)
De kern van het uur van de waarheid was de discussie met de drie aanwezige "grijze koppen". Nico de Vries van BAM civiel voor de aannemerij, Leendert Bouter van de Bouwdienst/RWS voor de overheid en Bertrand van Ee van DHV voor de ingenieursbureau's.
(Opmerking 1.: Ze zaten er op eigen titel, niet officieel "namens de overheid" of "namens de aannemers", zoals Leendert later terecht zei.) (Opmerking 2: de onderlinge discussie was steeds "Nico" en "Bertrand", vragenstellers uit de zaal hadden het later vaak over "meneer De Vries"... Ergens grappig dat je je daar even over achter de oren krabt. Ik hou het hier op de voornamen, zo had ik m'n aantekeningen gemaakt.)
Nico: We innoveren best wel wat. Grotendeels automatische bouw van de Westerscheldetunnel enzo. Wat verbetert moet worden is samenwerken. Topprioriteit is het sturen op output. Leg de verantwoordelijkheid bij de partij die het integraal kan aanpakken. Hij (aannemer) wil professioneel opdrachtgeverschap.
Leendert: De overheid heeft een flinke deuk in z'n vertrouwen in de bouwindustrie opgelopen. Dat kan ook niet in 1 klap hersteld worden. Het geeft wel ruimte voor innovatie in de relatie.
Betrand: Meer doen met minder regels: nodig voor samenwerking met overheid en aannemers. Zijn inspiratie is mooie dingen bouwen. 't Blijft een ingenieur!
Vraag: hoe kan je zorgen voor vertrouwen bij de opdrachtgevers die een deel van het ontwerpwerk (wat traditioneel "hun" ontwerpwerk was) aan de aannemers moeten overlaten?
Nico (aannemer): altijd goed je werk doen en erover nadenken. Ook zoeken waar het wel en waar het niet werkt.
Leendert (bouwdienst): dit is lastig voor rijkswaterstaat, we "maken" sinds 200 jaar alles zelf; dat is lastig af te leren.
Bertrand (ir-bureau): niet te hard op je kennis gaan zitten, deel je kennis.
Bertrand op andere vraag: je kan niet alles van tevoren weten en dichttimmeren. Weet wat je niet weet.
Vraag: we zijn als bouw niet goed in staat om om te gaan met goede ideeën. Een ingenieursbureau wil uurtjes schrijven, de overheid wil intellectueel eigendom inpikken en aannemers kunnen het niet beoordelen.
Bertrand bracht er tegenin dat er juist wel veel innovatie is.
Leendert: Nederland is al 400 jaar innovatieland, we pronken er alleen niet mee. Frankrijk pronkt wel, maar Nederland doet meer.
Vooral richting het eind kreeg ik het idee dat het ge-wijs "het probleem ligt bij de ander" toch aardig de kop opstak. Aannemers willen professioneel opdrachtgeverschap. De overheid wil omgekeerd weer vertrouwen in aannemers kunnen hebben. De "jonge honden" willen dat de "grijze koppen" wat doen. (Ok, sommigen vroegen om steun voor expliciete initiatieven - wat ook gegeven werd - maar er was ook "ongericht geschop"). Je komt er ook niet 1-2-3 uit op zo'n dag en dat geeft ook niets. Zelf lijkt het me belangrijk de praatjes van Paul Spierings en Mark van Twist in gedachte te houden.
My name is Reinout van Rees and I program in Python, I live in the Netherlands, I cycle recumbent bikes and I have a model railway.
Most of my website content is in my weblog. You can keep up to date by subscribing to the automatic feeds (for instance with Google reader):