2018-04-29
Habakuk 1:1-5 en 3:17-19
2018-04-29
Op een reis naar Israël zag Fred bij de klaagmuur een Jood die bij het bidden aan de muur krabde. Passie? Wanhoop? Hij weet het niet. Had hij contact met God?
Habakuk begint negatief. Er is geen recht meer. “Hoe lang nog, God?” Niets is meer zeker. Onrecht heerst. “Doet u er nog wat aan?”
Dat verwacht je eigenlijk niet van een profeet: dat hij tegen God praat in plaats van tegen de mensen. Dat zie je verder alleen bij Jona, die is ook meer tegen God aan het mopperen dan dat hij tegen mensen profeteert.
Habakuk: dat speelt rond 605 voor Christus. Toen versloegen de Babyloniërs de Egyptenaren. En ze komen ook richting Juda. Daar is Jojakim nu koning. Geen goede koning, niet zoals zijn vader Josia. Jojakim is oneerlijk. Hij misbruikt zijn macht. Hij zorgt goed voor zichzelf. Zelfverrijking.
Dat soort machthebbers heb je ook nu nog veel. Kijk bijvoorbeeld naar Afrika, met machthebbers die al tientallen jaren aan de macht zijn en schathemeltjerijk zijn. Zelfs in de kerk zie je het daar: kerkleiders die goed doorvoed zijn en zich-belangrijk-voelend naar de vergadertafel waggelen.
Maar kijk ook naar Nederland. Premiers die om de waarheid heen draaien. Misschien zou het oranjehuis eens belasting kunnen gaan betalen. Bankdirecteuren die een miljoen bonus krijgen terwijl de belastingbetaler de bank heeft gered. Enorme salarissen in de voetballerij.
Bij Habakuk gaat het om zien. En hij vraagt ook aan God of hij alles wel ziet. God ziet alles, maar “ziet u dat onrecht ook, of is uw oog daar te heilig voor?”
Let wel op: Habakuk vraagt niet zoiets als “als God dit allemaal laten gebeuren, bestaat hij dan wel”. Nee, hij zegt het rechtstreeks tegen God. Hij klaagt niet ‘s avonds over God tegen zijn vrouw, nee hij praat rechtstreeks tegen God (die bestaat).
Nog een aandachtspunt: hij stelt grote vragen. Vragen die niet alleen over hemzelf gaan, maar over de hele wereld. “Het onrecht in de wereld”. Dat is een eigenschap van profeten: ze denken groot.
“Hoe lang is er nog onrecht in ons land? Hoe kunt u zo’n slecht koning laten zitten?” Het antwoord is “wacht maar, de Babyloniërs komen, dan is het met hem afgelopen”.
“Aargh, maar zo’n volk als Babel, dat zal ook niet leuk zijn”. Het antwoord is “wacht maar, ook aan Babel komt een eind”.
Het zijn geen leuke antwoorden, maar het zijn wel antwoorden. De Babyloniërs zijn geen leuke gasten. De eersten die grootschalig de taktiek van de verschoeide aarde toepassen. Aan het begin van het boekje was Babel nog niet eens zo’n grote macht. De overwinning op Egypte kwam als een verrassing. Maar God was Babel aan het “prepareren” om ze wat klussen op te laten knappen.
Habakuk nestelt zich halverwege het boekje in een wachttoren en ziet de Babyloniërs eraan komen. Maar hij moet van God nog verder kijken. Na Babel komt er nog meer.
Heb vertrouwen in God. “Wie het laatst lacht, lacht het best”, zoiets spreekt uit dit boekje. God is groter dan alles. Wat er ook gebeurd, God is groter. En het komt uiteindelijk goed. Blijf vertrouwen! Uiteindelijk wint God door Jezus, uiteraard.
Na de vele vragen in het eerste hoofdstuk volgt, in het tweede hoofdstuk, stilte. Niet alleen bij hem, maar overal om hem heen. Stilte.
Hij vraagt zich af waarom hij eigenlijk zo rustig is. Zouden wij nu ook niet knettergek moeten worden van wat er allemaal in de wereld gebruikt? Habakuk wordt in ieder geval rustig. Dat is geen kop-in-het-zand-steken, maar met je hoofd in de wolken!
Raar… hij gaat zelfs zingen. Hij ziet (aan het eind van het boekje) de nasmeulende olijfbomen en graanvelden van de Babylonische verschoeide aarde taktiek… “Al zou de vijgeboom niet bloeien, nochthans zal ik juichen”.
Het liefst zou God met de ultieme permanente oplossing komen. Maar op dit moment in de geschiedenis moet Hij dan maar met Babel gaan schuiven en het over Jeruzalem laten komen.
God is er altijd. En Hij is altijd bezig. Op een gegeven moment ga je dat zien. En dan ga je juichen en zingen!
My name is Reinout van Rees and I program in Python, I live in the Netherlands, I cycle recumbent bikes and I have a model railway.