2014-03-16
Ef 4:25 t/m 5:4
2014-03-24
Een glas dat voor 50% is gevuld, is dat nou half vol of half leeg? Hoe je reageert bepaalt best veel in je leven. Fred vertelde het verhaal van een huishoudster die bij twee dominees uit dezelfde gemeente werkte. Ze waren elkaars tegenpolen. Als er iets ergs in de gemeente gebeurde reageerde de ene heel afkeurend, de ander reageerde meelevend.
Als Fred in een lange rij staat moet hij er een negatieve opmerking over maken. Niet-zonnig weer in zuid Europa wordt ook van commentaar voorzien op vakantie. En dat heeft gelijk invloed op degenen om hem heen: voor hen lijkt de rij automatisch ook langer. En het weer nog slechter dan het in werkelijkheid is. Dus… deze preek is in eerste instantie voor hemzelf bedoeld.
Paulus heeft het over de nieuwe mens. T.o.v. de oude mens. Je kan opnieuw beginnen. Je kan je oude kleren afleggen en nieuwe aantrekken. Paulus noemt o.a. boosheid als een van de drie zonden in z’n rijtje in de brief aan Efeze.
Boosheid: het is opvallend dat Paulus het vaak heeft over ons taalgebruik na onze bekering. Vier keer in ons bijbelgedeelte:
Leg de leugen af en spreek de waarheid.
Laat alleen goede woorden over uw lippen komen. Laat wat je zegt goed doen aan wie het hoort.
Laat alle wrok enzo varen. Alle geschreeuw en gevloek.
Ook ondubbelzinnige en platvloerse taal is ongepast, spreek liever woorden van dank.
Waarom benadrukt Paulus ons spreken zo veel? Dat zegt hij zelf: “geef de duivel geen kans” en “bedroef de Heilige Geest niet”. Hij tilt het dus een niveau hoger: het is een geestelijk gevecht. Met je woorden creeer je een bepaalde sfeer.
Hoe vaker je jezelf iets hoort zeggen, hoe meer het jouw werkelijkheid wordt. Zo werkt het nu eenmaal. Vooral ook als je kwaad reageert of boos bent: je gezicht gaat er ook naar staan.
Als kind zeg je vaak “wat je zegt ben je zelf”. In werkelijkheid gaat het effect dieper: wat je zegt wordt je zelf. Wat je jezelf vaak hoort zeggen wordt je realiteit.
Paulus zegt: “leg de leugen af”. Wat is je realiteit? Maak je niet je eigen, foutieve, realiteit door wat je zegt?
En… snij je ook niet door die leugens alle banden door? Paulus noemt ons elkaars ledematen. We zitten aan elkaar! Maar als het mis gaat… Bij Adam en Eva werden al snel de banden doorgeknipt: “het kwam door die vrouw die u me gegeven heeft”. “Het kwam door de slang”. Alle relaties doorgesneden, puur al door het taalgebruik. Maar de mens is niet los verkrijgbaar! We hebben met elkaar te maken. Als mens helemaal los staan? Dat werkt niet.
Taal is een enorm sterk medium. Het verbindt. Ga maar eens naar een klein Chinees dorpje waar je niemand verstaat: je voelt je binnen een paar minuten geisoleerd.
Taal is heel krachtig. Kijk nou eens naar dat voorbeeld van dat ergeren in de rij voor de supermarkt. Het haalt niets uit. En ondertussen vergeet je een heleboel mooie zaken:
Je kan achter het winkelwagentje staan en lopen en je hebt je benen nog.
Je kan ervoor betalen.
Je kan alles kopen wat je wilt. Het is gewoon in de winkel verkrijgbaar.
Je kan het thuis opeten of uitdelen.
Dus… waar heb je het over dat je moppert over de cassiere? Wie heeft er nut van dat je moppert? Wie doe je er plezier mee? Paulus weet wel wie je er een plezier mee doet! (De duivel, namelijk).
Ook in de kerk kunnen we goed mopperen. Terwijl dat vaak over randzaken van bijzaken gaat. Kijk ook eens wat er allemaal goed gaat! De kerk zit weer vol. Er is goede muziek. We kunnen lekker zingen. En natuurlijk mag je vanuit het positieve dan nog wel opmerkingen maken.
Paulus noemt een boel alternatieven voor onze boosheid en ons gemopper en ons geschreeuw. Positieve opmerkingen maken, opbouwende woorden, de waarheid zeggen. Kies het positieve alternatief.
Ook bij ons in de gemeente zijn er mensen die altijd het positieve proberen te zien. En daardoor ook vaak glimlachen. En het straalt er zo ongeveer vanaf. Natuurlijk valt er wel eens een traan, maar toch. Je ziet hun positieve basishouding.
Je zou kunnen tegenwerpen dat het een karakterkwestie is. Maar dat klopt niet. Dan zou Paulus met dit bijbelgedeelte dus alleen positievelingen aanspreken? En voor de rest onzin zeggen? Paulus schrijft dit aan alle gemeenteleden. Hij vraagt hen allemaal wat er uit hun mond komt. Hij draagt hen allemaal op om positief te worden in hun woorden. Iedereen, ook de mopperaars!
Dit betekent allemaal niet dat je niet boos mag worden. Boos worden mag wel, “maar zondig dan niet”, zegt Paulus. En je mag ook kritiek hebben, dat heeft Paulus ook.
Het betekent ook niet dat het huichelaarij is. Altijd mooi weer spelen. Altijd verplicht christelijk glimlachen. Altijd dankzeggen. Maar wel: “doe het nou maar”, zegt Paulus. Doe het nou maar. Zeg positieve dingen. Laat het inslijten. Laat het positieve inslijten. Herhaal het maar. Laat het goede inslijten. We laten ons eindeloze gemopper toch ook inslijten? Draai het maar eens om.
Problemen los je niet op puur door ergens positief over te praten. Maar door er positief over te praten kruip je wel uit het donkere hol waar de duivel ons in gevangen wil houden. Je verplaatst je naar Gods werkelijkheid. Probeer maar eens aardig te doen tegen iemand waarover je altijd alleen maar negatieve dingen zegt. Paulus draait het eigenlijk om: probeer maar eens lelijk te doen tegen iemand waarover je altijd positieve dingen zegt :-)
Fred roept ons allemaal op om hem erop aan te spreken als hij zich niet aan dit gebod van Christus houdt. Als hij moppert en boos reageert. Maar: mogen we dan ons elkaar er allemaal onderling op wijzen?
We worden uitgenodigd in het licht en de waarheid van God te stappen!
My name is Reinout van Rees and I program in Python, I live in the Netherlands, I cycle recumbent bikes and I have a model railway.