2014-01-05
Ps 61:1-2
2014-01-27
Onrust was in het leven van David gekomen nadat hij vreemd was gegaan met zijn buurvrouw Bathseba. Vroeger had hij ook wel onrust (met Saul achter zich aan, bijvoorbeeld), maar toen vond hij rust bij God. Nu hij koning was raakte hij die rust kwijt. Hij wordt na afloop van de affaire-Bathseba door de profeet Nathan ook gewaarschuwd dat “het zwaard niet van zijn huis zal wijken”. Oei.
Een tijdje later gebeurt het. Amnon, zijn zoon, vergrijpt zich aan zijn halfzus Tamar. Tamar was een dochter van David bij een andere vrouw. David grijpt niet in, misschien omdat hij zelf op een vergelijkbaar punt ook fout was geweest. Absalom, de broer van Tamar, doet wel wat en lyncht Amnon. Absalom wordt verbannen door David. Later mag hij wel weer terug komen, maar ook dan loopt het niet lekker. Hij begint een staatsgreep. “Ik ben een betere koning dan mijn pa (die niet eens een goede vader kan zijn)”.
Achitofel, een briljante minister van David, loopt over naar Absalom. Achitofel is de opa van buurvrouw Batseba….
Het komt tot een veldslag en Absalom wordt gedood door Davids goede generaal Joab.
David komt terug naar Jeruzalem en houdt het equivalent van een persconferentie. Hij zegt eigenlijk alleen maar wat er in psalm 62 staat: “ik vind mijn rust bij God”. Het volk is er stil van.
Twee keer zegt hij in psalm 62 dat de Here zijn rots is. Twee keer? Ja, in vers vier ziet hij zijn vijanden weer voor zich. Oorlogstrauma? Hij glibbert weer van de rots, die de Heer is, af. En als een klein jongetje krabbelt hij de rots weer op. De tweede keer klinkt hij dan ook iets minder zeker: “ik zal niet wankelen” i.p.v. “ik zal nooit wankelen”.
“Ik wankel niet want HIJ staat vast”. Het constante is God, de rots; niet het geloof van David. Als iemands geloof stevig lijkt is het in werkelijkheid de rots van God waar die persoon op zit.
Dan is er ook geen ruimte meer voor pochen. Wat had David eigenlijk in het begin in de woestijn te pochen gehad met Saul achter zich aan? “Ik ben een geweldige vluchter”, “ik kan geweldig schuilen”? Ahem?
Dat God zo’n rots is kan ons ook opbreken. Een rots is lekker stevig om op te schuilen, maar je kan er ook op kapotslaan.
David begint aan een nieuwe fase in zijn leven. Enorme deuken. Een geschaad vertrouwen. Alleen bij God kan hij schuilen.
Heeft David hier de rest van zijn leven naar geleefd? We weten het niet zeker. Doet het er toe? Nee. We moeten niet worden als David, we moeten naar de rots. Fred preekt niet David, hij preekt over de rots. Over God. Bij Hem zijn we veilig. Bij Hem vinden we rust. Vaste grond onder onze voetjes.
My name is Reinout van Rees and I program in Python, I live in the Netherlands, I cycle recumbent bikes and I have a model railway.